Aanzetstuk
Zandstenen ornament,
gebruikelijk bij klokgevels.
Meestal in voluutvorm, dat wil
zeggen een spiraal.
Het aanzetstuk is het begin
van de 'rollaag', dat is de
afdekkende laag op de
klokvorm.
Keizersgracht 227
(Alliantie)wapen
Dubbel wapenschild van twee families
die door een huwelijk verbonden zijn.
Het wapen van de mannelijke helft bevindt zich links; van de vrouw rechts. Vaak is het
vrouwelijke wapen ovaal van vorm: een verwijzing naar vruchtbaarheid.
|
|
|
Op veel gevels is een
(alliantie)wapen aange-
bracht dat in latere jaren
weer blanco geschilderd is,
zie bijv Keizersgracht 71
(hiernaast).
|
Amsterdamse school
|
Herengracht 286
Amsterdamse school met typerend smeedwerk |
Bouwstijl en stroming uit de jaren '20. Kenmerken zijn: veel
versieringen van smeedijzer, in- en uitspringende delen van
de bakstenen gevels, vaak in rondingen, horizontale accentuering van de ramen,
beeldhouwwerk vaak van Hildo Krop. Architecten: oa Piet Kramer en Michel de Klerk.
Bekendst zijn het Scheepvaarthuis aan de Prins Hendrikkade, woningbouw in de
Spaarndammerbuurt (van Eigen Haard) en in Zuid oa rond de Vrijheidslaan en de Therèse
Schwarzebuurt.
Attiek
Vaak rijk versierde verhoging op een kroonlijst, meestal met de bedoeling het puntdak
uit esthetische overwegingen aan het gezicht te onttrekken.
Een attiek kan 'open' of 'gesloten' zijn. De meerderheid is open: de attiek is dan
opengewerkt door bv een rij balusters (zie hieronder rechts).
|
|
Keizersgracht 317: gesloten attiek |
Herengracht 48: open attiek
|
Baluster
|
|
Versierde spijl van een trapleuning
of van een borstwering.
Meestal licht bolvormig, maar ook
in bijv lier-vorm of zelfs S-vorm.
Flesbalusters komen veel voor:
duidelijk te herkennen aan de flesvorm.
|
s-vormige baluster |
flesbaluster |
Barok
Zie Lodewijkstijlen.
Bovenlicht
Raam boven
voordeur, vaak uitbundig versierd. Ook wel
snijraam genoemd.
Doel van het bovenlicht is om licht in de gang te krijgen.
Vaak is in een bovenlicht ook nog een lantaarn verwerkt
met het dubbele doel om 's avonds zowel in de gang als
op de stoep licht te hebben (er was geen openbare
straatverlichting). |
|
Cartouche
|
Versierde
omlijsting van zandsteen
rond hijsbalk, raampje, huisnummer
of soms jaartal. |
Console
|
Versierde
draagsteen, meestal onder de 18e eeuwse kroonlijsten, symetrisch en asymetrisch
(zie Lodewijkstijlen) |
|
Louis XIV: symetrisch |
Louis XV:
asymetrisch |
Deurkalf
Balkje tussen deur en bovenlicht,
soms uitbundig bewerkt. |
|
Dorische pilaster
Zie Pilasters.
Dubbel huis
Woning gebouwd op twee kavels met de deur in het midden, vaak met dubbele stoep (trap).
Door de dubbele breedte hebben deze huizen meestal vijf ramen (bv Huis met de Hoofden,
Keizersgracht 123) maar drie ramen komt ook voor (bijvoorbeeld Herengracht 619 van
architect Dortsman of Herengracht 539). |
Keizersgracht 123 |
Dwarsdak
|
De nok van het dak loopt evenwijdig aan de gevel en
straat. De meeste (smalle) grachtenhuizen hebben een puntdak waarvan de nok loodrecht op
de gracht staat.
|
Empire
|
Stijl die in de mode was van ±1800 tot ±1830.
Volgt op de Lodewijkstijlen.
Hier dus begonnen toen Lodewijk Napoleon koning
van Holland werd en het stadhuis op de Dam als paleis
in gebruik nam. Strakke vormen, vaak wat zwaar,
veel heldhaftige pijlen en lauwerkransen.
Er is weinig in Empire gebouwd, wel veel vérbouwd,
bijv ingangspartijen en bovenlichten.
|
Festoen of
guirlande
Slinger van bloemen, fruit, (zee)vruchten of bladeren aangebracht als gevelversiering. |
|
Fronton
|
Driehoek of boog als bekroning boven deur, raam of in de
geveltop.
Geïnspireerd op de klassieke architectuur, in zwang in de 17e eeuw. |
|
halfrond fronton |
|
driehoekig fronton |
Halsgevel
Zie Soorten gevels (button hiernaast links).
Ionische pilaster
Zie Pilasters.
Kavel
Perceel bouwgrond. Bij de aanleg van de hoofdgrachten (vanaf 1613)
werd een standaard bouwperceel uitgegeven in een breedte van
25 a 30 voet (7 a 8,5 meter) en een diepte van zo'n 50 meter.
Klauwstuk
Gebeeldhouwde versiering aangebracht ter weerszijden van de 90 graden hoeken van een
halsgevel. Vaak bestaan de klauwstukken uit bloemen en vruchten, maar soms ook uit
complete beeldpartijen van goden (vooral Neptunus en Mercurius), vissen en andere
afbeeldingen. |
|
Klokgevel
Zie Soorten gevels (button hiernaast links).
Kolossale orde
Zuilen of pilasters die over meer dan
één verdieping doorgaan. |
|
Korintische pilaster
Zie Pilasters.
Kroonlijst
Zie Soorten gevels (button hiernaast links).
Kuif
|
Versiering op de top van 18e eeuwse gevels,
toegepast bij klok- en halsgevels.
|
|
kuif in Louis XIV stijl: symetrisch van vorm |
kuif in Louis XV stijl:
asymetrisch |
Louis XIV, de Zonnekoning
Lodewijkstijlen (1700-1800)
*van 1700-1740 Louis XIV: gekenmerkt door barokke, wat pompeuze
versieringen in zandsteen met oa acanthusblad, symmetrisch
*van 1740-1770 Louis XV: uitbundige barokke stijl, lichte vormen, zwierige krullen en
dartelende engeltjes, asymmetrisch, ook rococo genaamd
*van 1770-1800 Louis XVI: na de barokke voorgangers een wat soberder strakke stijl,
classicisme; symmetrisch, veelal in de vorm van vazen of festoenen in kroonlijsten.
Neigt vaak al naar de opvolgende mode: empire die bij ons in 1800 begint.
Oeil-de-boeuf
Ovaal of rond raampje met zandstenen versierde omlijsting, vooral in 17e
eeuwse gevels.
Ook wel koeienoog genaamd. |
|
Pilaster
Vierkante, platte zuil die op de gevel is gemetseld, gebaseerd op klassieke
vormen, meestal met puur decoratieve functie. Een zuil of pilaster eindigt bovenaan in een
kapiteel.
Soorten kapitelen:
*Dorisch: meest strakke sobere vorm met een eenvoudig rond
kapiteel (bovenstuk)
|
|
*Ionisch: het versierde kapiteel heeft neerwaartse voluten
(krulvorm)
|
|
*Korintisch: het kapiteel is samengesteld uit
acanthusmotieven, vaak uitlopend in voluten
|
|
*Komposiet: combinatie van ionisch (dus met
neerwaartse voluten) en korintisch (dat wil zeggen acanthusmotief)
Jacob van Campen (Paleis op de Dam) en Philips Vingboons werkten veel met
pilastergevels (Hollands classicisme, rond 1650). Na 1665 raakte de pilaster uit de mode. |
|
|
Voorbeelden van
pilastergevels:
links Herengracht 70-72
rechts Prinsengracht 92 |
|
Pinakel
|
Versiering in de vorm
van een torentje, bol of
vaas boven op de gevel.
|
Pothuis
Uitbreiding van een keuken, vaak half onder straatniveau. Oorspronkelijk gebruikt als
opslagruimte voor keukenpotten. Later vaak als werkplaatsje van ambachtslieden
zoals schoenlappers. |
|
Puntdak
Zie Dwarsdak.
Schilddak
Dwars op het huis staand dak waarvan de twee zijkanten
hellen (zie ook het verschil met Dwarsdak). |
|
Snijraam
|
Raam boven deur met het doel
licht in de gang te krijgen.
Versierd met allerlei motieven.
De meeste zijn aangebracht rond 1800
in Louis XVI stijl of Empire.
Zie het thema "Bovenlicht" in de Fotogalerij.
|
Régence
Stijl tussen Louis XIV en Louis XV in, dus ongeveer 1730 en 1740.
Even uitbundig als die stijlen.
Direct herkenbaar aan ruit-, wafel- en schubmotieven in klauw-
stukken en top.
|
|
ruitmotief |
schubmotief |
Triglief
Versiering van twee verticale gleuven,
meestal aangebracht op een lijst(gevel).
Typisch klassiek motief in Romeinse en Griekse
bouwkunst dat terugkeert in oa het Hollandse
Classicisme.
Trosversiering
Zandstenen versiering van fruit of bloemen op de rand (rollaag) van vooral
de oude klokgevels (17e eeuw). |
|
Tuitgevel
Zie Soorten gevels (button hiernaast links)
Verhoogde hals- en lijstgevel
Zie Soorten gevels (button hiernaast links).
Voluut
Zandstenen versiering in de vorm van een krul of spiraal, als aanzetstuk van tuit-, hals-
of klokgevel.
|
|
Bronvermelding: een deel van de beschrijvingen berust op gegevens van
het Bureau Monumenten en Archeologie van de gemeente Amsterdam en van de Amsterdamse
Grachtengids (Killiam en Tulleners)
|